‘De Corporate Tribe. Organisatielessen uit de antropologie’ van Danielle Braun en Jitske Kramer is uitgeroepen tot managementboek van het jaar 2016. Via dertig verhalen over tribale samenlevingen laat het boek ons vanuit het perspectief van ‘tribes’ kijken naar organisaties. Aan de slag met organisatiecultuur is nooit meer hetzelfde.
‘Met het thema organisatieverandering is iets aan de hand’, schrijven Braun en Kramer in de inleiding van hun boek. Ongelofelijk veel hits op het internet: we zijn er druk mee bezig. Maar tegelijkertijd zien we dat het vaak mis gaat en veel frustratie en kapitaalvernietiging oplevert. Immers, circa 70 procent van alle cultuurveranderingstrajecten mislukt.
Blijkbaar doen we dus iets fout. De auteurs stellen dat om te snappen hoe organisaties bewegen we terug moeten naar de belangrijkste bouwsteen van diezelfde organisaties: de mens. En vooral naar de mens als groepsdier, want organisaties bestaan uit groepen mensen. Als we groepen willen begrijpen, dan moeten we begrijpen hoe groepen mensen zich bewegen is hun vertrekpunt.
Braun en Kramer volgen daarbij een corporate antropologisch perspectief: ze kijken naar organisaties als naar tribes, stammen, met stamhoofd, rituelen en spelregels. Ze nemen ons mee op reis naar vreemde volkeren en bieden ons vervolgens wijsheden én interventies aan om cultuurverandering in Westerse organisaties wèl te laten slagen.
Inhoudsopgave
Hoe is het boek opgebouwd?
Het boek bestaat uit drie delen:
- Cultuur schept orde in chaos, gaat over hoe antropologen naar het concept ‘cultuur’ kijken, hoe ze dit onderzoeken en hoe ze daarmee veranderprocessen ondersteunen.
- In relaties gebeurt het. Hierin worden verhalen geschetst over hoe je de dynamiek in groepen kunt lezen, duiden en veranderen.
- Cultuurtransities – bouwen en verplaatsen van totempalen beschrijft een model waarin je verschillende typen cultuurveranderingen kunt onderscheiden met hun bijbehorende interventies.
Wat maakt dit boek anders?
Boeken over cultuurverandering zijn vaak sterk technocratisch van aard. Zo niet het boek van Braun en Kramer. Het is buitengewoon toegankelijk , niet alleen door de wijze van schrijven, maar vooral ook door de vele aantrekkelijke verhalen die ze ons vertellen en de lessen die daarin besloten liggen. Bijvoorbeeld een verhaal over de Mursi, een stam uit het zuiden van Ethiopië, met prachtig beschilderde mensen die grote platen van klein in hun lippen en oren dragen. Hun casus vormt het kader voor framing. Het gebeurt in organisaties, het gebeurt ook bij de Mursi. En wat kunnen we daarvan leren?
Wat is de toegevoegde waarde van ‘De corporate Tribe’?
Wat voor mij de belangrijkste toegevoegde waarde van dit boek vormt, is het feit dat het zo’n volstrekt ander perspectief biedt op cultuur en cultuurveranderingsprocessen. Organisaties bekijken als tribes, structuren als verwantschapssystemen, leiders als chiefs en visiedocumenten als totempalen biedt een verfrissende blik op de onderstroom van organisaties. Het is ook wat mij betreft juist deze onderstroom waarop we moeten ‘inpluggen’ willen we cultuur en vooral cultuurverandering ècht begrijpen. Dit boek gaat over anders organiseren. Of misschien wel over organiseren op een wijze die we ooit wel wisten en beheersten, maar in de loop van de tijd kwijt zijn geraakt. De lessen van verre volken die Braun en Kramer ons voorhouden,